Hong Kong
Hong Kong is de eerste bestemming van mijn wereldreis! Ik ben hier maar twee nachten en heb eigenlijk maar een dag om alles te zien en te doen. Toch is het gelukt! Het was rennen van hier naar daar maar het was het meer dan waard! Ik heb zo veel gezien in zo weinig tijd dat ik er, nu op terugkijkend, zelf ook een beetje van onder de indruk ben wat ik gedaan heb. Maar wat was het gaaf!
AANKOMST IN HONG KONG
Ik word wakker met hoofdpijn. De zon komt langzaam maar steeds feller door het met folie beplakte raam van de hostel-kamer. Ik reik naar mijn telefoon, die veilig is opgeborgen in mijn kussensloop, om diefstal tegen te gaan. Het scherm zegt dat het 4:48 uur is. Ik zou nu moe moeten zijn, zeker na de reis van gister. Mijn lichaam is inderdaad moe, maar mentaal ben ik klaarwakker.
Gister ben ik rond middernacht aangekomen op de Mt Davis jeugdhostel in Hong Kong. Mijn vlucht vanaf Chicago, die 15 uur duurde, was vermoeiend maar gelukkig heb ik wat kunnen slapen. Het kijken van vier films en een documentaire om mezelf in de eerste helft van mijn vlucht wakker te houden bleek een goede tactiek. De stad in komen was niet moeilijk. Het metro systeem van Hong Kong is erg gebruikersvriendelijk, al moet ik eerlijk toegeven dat ik blij ben met veel reiservaring zodat het uitvogelen van buitenlands openbaar vervoer wat makkelijker gaat. Ongeveer veertig minuten nadat ik door de douane heen was op het vliegveld bevind ik me aan de andere kant van Hong Kong, op Hong Kong Island, in Kennedy Town. Vanaf hier zou mijn hostel niet al te ver moeten zijn, maar ik leer al gauw mijn eerste les van deze reis: eilanden hier zijn niet plat. Hoewel mijn hostel hemelsbreed wel dichtbij is, blijkt het 45 minuten lopen te zijn, want het bevindt zich boven op een berg.
Mijn horloge geeft aan dat het kwart voor elf is. Paniek schiet door mijn hoofd, want ik moest voor elf uur inchecken. Ik probeer het jeugdhostel te bellen, maar zonder succes. Tegelijkertijd sms ik Ishan, een van mijn vrienden van MSU die in Hong Kong studeert, en vraag of hij nog een plek over heeft om te slapen. Hij kan me helaas niet verder helpen, dus besluit ik een gok te wagen en een taxi te nemen. De eerste vier chauffeurs die ik staande houd hebben geen idee waar het hostel is en weigeren me mee te nemen. De vijfde heeft ook geen idee, maar wil wel proberen om de weg te vinden, als ik kan navigeren. Na 15 minuten gezigzag de berg op kom ik aan bij het hostel. Inmiddels ruim na de check in tijd, maar nog op tijd voordat de front desk sluit. Nerveus maak ik excuses dat ik zo laat ben, maar het personeel vind het geen probleem en geeft me de sleutel naar mijn kamer. Vermoeid plof ik neer op het flinterdunne matras van mijn stapelbed. Ik ben zo blij dat ik niet in het donker in de stad ben gestrand dat de slechte kwaliteit van het bed en de vieze badkamers me niet veel kunnen schelen.
OP PAD
8:45, spitsuur in de Hong Kong metro. Ik bevind me op het centraal station van Hong Kong, waar meerdere lijnen samenkomen. Her is een normale werkdag vandaag, dus het is megadruk. Mensen haasten zich van de ene metrolijn naar de andere. Ik zit vast in het midden van de mensenstromen terwijl ik probeer uit te zoeken welke uitgang ik wil hebben en kan de ogen in mijn rug voelen branden. Het voelt alsof ik voor iedereen in de weg sta, maar het kan ook dat ze staren naar mijn outfit. Mijn roze hemdje, loszittende broek met patroon en mijn MSU pet steken fel af tegen de mensen die strak in pak of in nette jurkjes op weg zijn naar hun werk. Ik baan me een weg door de mensenzee en besef me ineens dat Hong Kong vroeger een Britse kolonie is. Iedereen loopt dus aan de linker kant. Ik meng me in de stroom en ga op zoek naar ontbijt.
Het is nog vroeg dus ik besluit om bij de 7eleven een broodje te halen. Ik was in eerste instantie onderweg naar het Hard Rock Café om weer een T-shirt aan mijn collectie toe te kunnen voegen, maar aangezien die nog niet opengaat besluit ik om mijn route te veranderen richting de Man Mo tempel. Onderweg verbaas ik me over de vele wolkenkrabbers in de stad. Het lijkt alsof de stad alleen maar bestaat uit hoogbouw, de ene flat nog hoger dan de ander. Ze zijn voor alle klassen van de bevolking en variëren van volledig glazen gevels tot flats die amper een raampje hebben. Sommige flats hadden ook in het Oostblok kunnen staan en zijn duidelijk snel opgezet om veel mensen te kunnen huisvesten. Het contrast tussen rijk en arm is niet alleen in de flats goed te zien, ook de straten zijn een wereld van verschil. De ene straat bestaat uit talloze kraampjes, er is nauwelijks ruimte voor een pad tussen de kratten vol etenswaren die zijn uitgestald. Kooplui proberen me gedroogde octopus en inktvis, allerlei soorten planten, fruit en groentes en honderden soorten noten aan te smeren. Anderen verkopen dim sum en noodles vanuit hun foodtruck-achtige hokjes. Alle geuren komen bij elkaar en het ruikt heerlijk. De volgende straat ruikt naar de uitstoot van benzine en staat vol prominente gebouwen van merken als Adidas en Prada. Tussen die mix van rijk en arm door zijn er diverse steegjes met kleurrijke muurschilderingen en veel groen, het is een ervaring die ik nog nergens anders heb meegemaakt.
De Man Mo tempel ligt aan Hollywood Street. Dat was in de tijd dat de Britten arriveerde de enige straat van Hong Kong Island. In het midden van de straat is in 1847 de tempel gebouwd. Het is de meest belangrijke op Hong Kong Island. Terwijl ik de drempel overstap naar binnen voel ik een licht gevoel van ongemak. Ik ben overduidelijk de enige toerist, ondanks dat het een hot-spot voor toeristen schijnt te zijn. Het voelt enigszins ongepast om in de tempel rond te lopen. Dan bedenk ik me dat ik in Europa continu kerken bezoek en dat dit iets soortgelijks is, zolang ik maar respectvol ben naar de mensen die aan het bidden zijn. Er hangt iets mysterieus over de tempel heen. De warmte van talloze waxinelichtjes maakt het uitnodigend om binnen te komen. Ik stap door een gordijn van rook dat ontstaan is door de vele stokjes wierrook die verspreid over de hele tempel zijn opgestoken. Een unieke zoete geur van bloemen en fruit en brandhout werkt op me in. Gefascineerd door alle rode en gouden kleuren en symbolen bekijk ik aandachtig ieder beeldje en altaar. Vanaf een afstandje bekijk ik ook de mensen die rituelen doen met de wierrook stokjes en daarna bidden. Ik barst van de vragen maar gun de mensen alle ruimte rondom hun gebed dus besluit om hen niet te storen.
LANTAU EILAND
Nog volledig onder de indruk verlaat ik de tempel. Ik besluit even bij te komen op Statue Plaza en om dan door te reizen naar Tung Chung, om van daaruit naar Ngong Ping village te gaan. Tussen die twee plekken loopt een 360 graden kabelbaan omhoog. Als ik in Tung Chung aankom blijkt dat de kabelbaan in onderhoud is. Balen, maar ik wil toch graag de berg op en dus ga ik met de bus. Ik ben alleen niet de enige die dat idee had en dus staan er zo’n honderd mensen al voor mij in de rij. Op het moment dat ik aansluit vertrekt er net een bus, en het bordje verspringt naar “next departure in half an hour”. Niets wijst erop dat er extra verkeer is ingezet. Bewapend met een flesje cola tegen de uitdroging besluit ik om er toch maar voor te gaan. Nog geen tien minuten later komen er ineens vier bussen opdagen, gelukkig. De reis de berg op, slingerend door de bossen, kan beginnen.
Al met al heeft het me ruim een uur gekost om van het centrum naar Ngong Ping te komen, maar de moeite is het meer dan waard. Boven op de berg bevind zich een Boeddhistisch klooster gebouwd aan het begin van de 20e eeuw en de grootste bronzen boeddha ter wereld. Onderweg kom ik meerdere monniken tegen, die bij iedere referentie naar Boeddha op hun knieën vallen om hem te aanbidden. Woorden schieten eigenlijk te kort om te beschrijven hoe de tempels eruitzagen. Ondanks dat ze dus relatief nieuw zijn, was het heel rijk en indrukwekkend. De kleuren rood, goud, blauw en groen zijn de enige kleuren die naast zwart en grijs worden gebruikt. De Boeddha boven op de berg is enorm en oogt perfect. Binnen in de Boeddha is een museum dat het verhaal van het Boeddhisme vertelt. Ook liggen er relieken binnen, waaronder een stukje bot van Boeddha. In de tempels in het klooster staan allerlei gouden beelden van Boeddha. In een ruimte staan zelfs 10.000 mini beeldjes. In het klooster neem ik een vegetarische lunch, waarbij rijst, loempia’s, soorten groenten en soep worden geserveerd. Het is veel te veel, maar wel lekker. Ook in het hele klooster ruikt het naar wierrook, dus de geuren van eten in het restaurant zijn een fijne afwisseling.
Terug de berg af moet ook weer met een bus. Ik kan of direct terug naar Tung Chung, of ik kan via een korte omweg een stop maken in Tai O. Ik kies voor dat laatste, want Tai O is een van de weinige vissersdorpjes van Hong Kong. Uniek aan Tai O is dat het volledig op palen is gebouwd. Als planoloog kan je verschillende soorten bouw van dorpjes natuurlijk niet aan je voorbij laten gaan. Ik wil graag meer weten over het verhaal achter dit plaatsje. Hoe komt het bijvoorbeeld dat dit nog niet opgeslokt is door de wolkenkrabbers van iets verderop? Hoe leven deze mensen? Hoe en of groeit het dorp? Blijven de kinderen of gaan die ergens anders naar school of werken ze met hun ouders mee op de boot? Het zoeken naar antwoorden is een onbegonnen zaak. Niemand in het dorp spreekt Engels, behalve de bootbestuurders die me voor 30$ (da’s ongeveer 3 euro) een cruise op zoek naar dolfijnen willen aanbieden. De toeristen die deze uithoek net als ik gevonden hebben happen allemaal toe en de bootjes varen af en aan. Ik wil niet weten hoe het er iets verder op zee uit ziet, met zoveel boten en een groep dolfijnen, en sla het aanbod af. Het dorpje verkennen vind ik veel interessanter. Tai O is beduidend armer dan het stedelijk gedeelte van Hong Kong. Het laat een heel andere indruk achter dan de rijkelijke tempel en de wolkenkrabbers van eerder die dag.
NEW TERRITORIES
Het eind van de middag breng ik door in New Territories, het noordelijke deel van Hong Kong. Ik slenter rond over de Kalverstraat van Hong Kong, Nathan Road en sleep mezelf over een eindeloze markt op straat waar kooplui souvenirs, kleding en elektronica en andere goedkope dingen proberen te slijten. Terwijl de avond valt ga ik richting een pier om de skyline te zien. Daarna plof ik neer op een bankje in Kowloon park, waar ze onder meer flamingo’s hebben. Ik begin moe te worden van de jetlag, dus even niksen op een bankje is na een dag veel lopen meer dan welkom.
Om acht uur heb ik afgesproken op Star Ferry Pier met Ishan, een van mijn vrienden van MSU. Als ik daar iets voor achten aankom is het er superdruk, vanuit alle hoeken komen mensen naar het water toe. Ik probeer Ishan te bereiken via het publieke wifi-netwerk, maar zonder effect. Om acht uur begint er een lichtshow. Alle gebouwen aan de andere kant van de rivier worden verlicht op het ritme van muziek. Ik vergeet de zoektocht naar Ishan en kijk mijn ogen uit naar de show. Ik ben gek van mooie architectuur en heb jarenlang in de theatergroep van mijn school gewerkt aan licht en geluid ontwerp. Deze show combineert dat. Ik tel met mijn voet mee op de maat en zie hoe de verlichting dat ook doet. Terwijl ik op ga in de verschillende ritmes, klanken en lichtelementen trilt mijn telefoon in mijn broekzak. Oproep van Ishan staat er in beeld. We stemmen snel af waar we elkaar treffen en nog geen 2 minuten later komt Ishan inderdaad opduiken. Het bleek dat we aan twee verschillende kanten van de pier naar de show gekeken hebben en het was druk, dus geen wonder dat we elkaar niet getroffen hebben.
We nemen de Ferry naar de overkant. Ideaal, want op het water is het een stuk koeler dan in de stad of in de metro. Ishan wil me meenemen naar een Nepalees restaurantje dat ergens op de zevende verdieping zit verstopt. Het is geen legale tent maar heeft heerlijk eten, volgens Ishan. We pakken de lift en komen aan op een wel erg verlaten verdieping. Niets ziet eruit alsof hier een restaurant zit. Ishan klopt aan op een van de deuren, hier zou het moeten zijn. We wachten af, maar niemand doet open. We moeten dus op zoek naar een andere plaats. We eindigen bij een shoarma tent. Ik vind het prima, goedkoop eten en niet te veel, want ik zat nog behoorlijk vol van de lunch in het klooster. Na een tijdje schuift ook Ishan’s vriendin en een vriendin van haar aan. Na wat bijpraten en het ophalen van wat herinneringen van MSU gaan we weer. Inmiddels is het op straat bijna net zo druk als het metrostation in de spits. Iedereen komt samen op straat na het werk. Het nachtleven schijnt ook spectaculair te zijn. Ishan vraagt of ik mee uit ga, maar ik ben gesloopt en besluit terug te gaan naar het hostel. Morgen moet ik me om half zeven melden bij de balie van het hostel om een lift naar de metro te krijgen. Daarna moet ik naar het vliegveld om mijn reis voort te zetten in Tokio. Mijn 36 uur durende avontuur in Hong Kong zit er op. Het was onwijs gaaf!
Wil je meer foto’s zien? Klik dan hier.